Eerst een paar algemene tips:
Print deze toets, zodat je deze op papier kunt maken. Zo kun je de belangrijkste woorden en zinnen in de teksten markeren en vind je makkelijker om het juiste antwoord. Dit is ook de manier waarop je werkt bij het echte examen.
Lees altijd de hele tekst, voordat je naar de vragen gaat. Dit roept voorkennis op en je gaat samenhang en verbanden in de tekst zien.
Schrijf in het begin de woorden op die je niet kent en zoek ze op. Op het echte examen ben je dan veel minder tijd kwijt met opzoeken en kun je je concentreren op tekstbegrip. Gebruik dan alleen een woordenboek als het echt nodig is, want woorden opzoeken kost tijd!
Uitleg uitwerking:
Bij de uitwerking staat eerst een werkwijze (hoe je het antwoord kan vinden in de tekst), dan het antwoord en daarna nog een toelichting waarom alleen dit antwoord de juiste kan zijn.
Toepassen
1)
Lees de tekst en beantwoord vragen 1 t/m 4.
Magistrats: les femmes font la loi
(1) Les hommes boudent de plus en plus l’entrée dans la magistrature. En un quart de siècle, leur proportion au sein de l’Ecole nationale de la magistrature (ENM) a chuté de moitié, passant de 46% à 23%. «Autrefois dominait l’idée que, sauf exception, les femmes étaient inaptes à la magistrature», analyse Anne Boigeol, chercheur au CNRS. Aujourd’hui, elles ont envahi les professions juridiques et judiciaires. Dans les facs de droit, deux tiers des étudiants sont désormais des étudiantes. Et leur nombre va encore en augmentant à l’avenir.
(2) Tous les métiers du droit se féminisent. Mais pas à la même vitesse. Si les magistrates pèsent déjà 57% du corps, les avocates ne sont devenues majoritaires que l’an dernier. Chez les notaires, la proportion de femmes a crû rapidement, sans pour autant dépasser 27%. Ce relatif désintérêt des hommes s’explique peut-être par leur goût du pouvoir et de l’argent. D’ailleurs, les notaires, moins féminisés que les avocats, ont une rémunération 3 ou 4 fois supérieure.
(3) Dans la magistrature, les postes à haute responsabilité demeurent très majoritairement occupés par des hommes: à 72% pour les présidents de tribunal et à 83% pour les procureurs. 33 , avec le départ en retraite des générations du baby-boom, mécaniquement, les femmes vont devenir plus nombreuses aux grades élevés. «Cela va poser des problèmes spécifiques aux tribunaux», avait déclaré Dominique Perben en 2003, alors garde des Sceaux, «en raison de la difficulté qu’elles ont à concilier vie professionnelle et vie personnelle.» Une vision typiquement féminine!
L’Express, le 18 mars 2010
|
Naar: CE vwo, 2013-I.
“Les hommes boudent de plus en plus l’entrée dans la magistrature.” (eerste zin).
Citeer de eerste twee woorden van de zin in de tekst waarin een mogelijke verklaring wordt gegeven voor het feit dat mannelijke studenten over het algemeen kiezen voor een andere richting binnen de studie rechten.
Uitwerking:
Werkwijze: Je ziet een afbeelding van Vrouwe Justitia, waaruit je kunt afleiden dat het om rechtspraak gaat. Vertaal onbekende woorden uit de titel: Voor open vragen geldt: besteed tijd aan het lezen van de vraag. Wordt er nog iets nuttigs over de inhoud van de tekst verteld? Zeker: er wordt een feit gegeven uit de tekst. Wat wordt er precies gevraagd? In dit geval moeten we specifiek op zoek naar een zin waarin een verklaring wordt gegeven. Hoe moet ik het precies opschrijven? Hier: De eerste twee woorden van de zin (niet meer en niet minder!).
Omdat er niet wordt aangegeven in welke alinea het antwoord staat, moet je in de hele tekst zoeken naar het antwoord.
|
Antwoord: Ce relatif.
Toelichting:
We zijn op zoek naar een verklaring voor het feit dat mannelijke studenten over het algemeen kiezen voor een andere richting (dan de magistratuur, te lezen in de quote) binnen de studie rechten.
In de tweede alinea wordt eerst de verdeling genoemd van mannen en vrouwen over de verschillende functies. Vlak daarna geeft het woord s’explique heel duidelijk aan dat hier een uitleg/verklaring wordt genoemd:
Ce relatif désintérêt des hommes s’explique peut-être par leur goût du pouvoir et de l’argent. = Deze relatieve desinteresse van mannen is wellicht te verklaren door hun voorkeur voor macht en geld.
2) Laquelle / Lesquelles des constatations suivantes correspond(ent) au premier alinéa?
1 En France, on met tout en œuvre pour promouvoir une représentation
plus équilibrée entre les hommes et les femmes dans la magistrature.
2 Dans le passé, on pensait que les femmes n’étaient pas capables de
travailler dans la magistrature.
La première.
La deuxième.
Les deux.
Aucune.
Uitwerking:
Werkwijze: Lees de vraag en de beweringen eerst, zodat je gericht kunt zoeken in de alinea. Vertaal moeilijke woorden (indien nodig) om de beweringen te begrijpen. Hier bijvoorbeeld Lees de aangegeven tekst (hier: de eerste alinea). Tip: meestal staan de beweringen in de juiste volgorde in de tekst. Check de beweringen na het lezen nogmaals grondig: kijk of er woorden in staan die de bewering fout maken.
|
Antwoord: B
Toelichting:
Bewering 1 is onjuist, omdat er niet genoemd wordt in de tekst dat er actief iets aan gedaan wordt om de verhouding man-vrouw evenwichtiger te maken. Er wordt alleen op verschillende manieren genoemd dat het aantal vrouwen in deze beroepsgroep is toegenomen, maar niet dat hier een plan achter zat.
Bewering 2 is juist. Met behulp van synoniemen wordt eigenlijk precies hetzelfde gezegd als in de tekst. Bijvoorbeeld:
dans le passé / autrefois = in het verleden / vroeger,
on pensait / domait l’idée = men dacht / overheersde het idee,
n’étaient pas capables / étaient inadaptes = waren niet geschikt / waren onbekwaam.
Alleen de tweede bewering is juist, dus: antwoord B, la deuxième (de tweede).
3) “Tous les métiers du droit se féminisent.” (2ème alinéa)
D’après le 2ème alinéa, quel est le métier du droit le moins féminisé?
Celui des
avocats.
magistrats.
notaires.
Uitwerking:
Werkwijze: Deze vraag gaat over alinea 2. Lees eerst de vraag en daarna de antwoordopties, voordat je de tweede alinea leest. Vertaal eventueel woorden uit de vraag als je deze niet kent. Hier bijvoorbeeld: métier = beroep droit = recht le moins = het minst
Kijk of er nog nuttige informatie in de vraag staat. Hier wordt een quote gegeven: “Alle beroepen in het recht / justitie worden vervrouwelijkt”. Je weet dus nu al dat alle beroepen door meer en meer vrouwen worden beoefend. Het gaat erom welke van deze beroepen het minst vervrouwelijkt is. Lees dus nauwkeurig.
|
Antwoord: C
Toelichting:
Het juiste antwoord is C. In bovenstaande tip kreeg je hiervoor al een aanwijzing, die wordt bevestigd met een percentage in een andere zin: “Chez les notaires, la proportion des femmes a crû rapidement, sans pour autant dépasser 27%” (Bij notarissen is het aandeel vrouwen ook snel gestegen, zonder daarbij de 27% te overstijgen.)
Antwoord A is niet goed, omdat er wordt gezegd dat “les avocates ne sont devenues majoritaires que l’an dernier” (vrouwelijke advocaten zijn pas vorig in de meerderheid gekomen). Zie ook hier: avocats vs avocates. Ook wordt er gezegd: “les notaires, moins féminisés que les avocats” = notarissen zijn minder vervrouwelijkt dan de advocaten.
Het is niet antwoord B, magistrats, omdat er wordt gezegd dat “les magistrates pèsent déjà 57% du corps” (57% van de rechterlijke macht bestaat al uit vrouwen). Het verschil in de spellingswijze magistrats – magistrates laat zien dat het in de tekst om vrouwen gaat die de 57% uitmaken.
Maar ook als je dit niet wist had je door het woord déjà (al) kunnen afleiden dat dit een groei betreft, en dus over de vrouwen gaat.
4)
Choisissez le(s) mot(s) qui manque(nt) au dernier alinéa.
Ainsi
Bref
En plus
Pourtant
Uitwerking:
Werkwijze: Als het goed is, herken je meteen dat het hier om een vraag gaat met signaalwoorden. Is dit niet het geval? Zorg dan dat je voor het examen de belangrijkste signaalwoorden uit je hoofd kent. Dit scheelt veel opzoektijd tijdens het examen. Lees de vraag en zorg ervoor dat je alle antwoordopties begrijpt (vertaal indien nodig). Signaalwoorden geven verbanden aan tussen verschillende tekstdelen. Bedenk dus voor alle 4 antwoorden alvast welke verbanden ze zouden kunnen aangeven (voorbeeld, tegenstelling, opsomming etc.). Lees tot het gat + 1 zin verder. Bepaal het verband tussen de tekst voor en na het gat en kies het bijbehorende signaalwoord.
|
Antwoord: D
Toelichting:
Vertaal de antwoordopties en bedenk het bijbehorende tekstverband:
ainsi (zo, op deze manier) = gevolg
bref (kortom) = conclusie
en plus (bovendien) = opsomming
pourtant (toch, echter) = tegenstelling
In de zin voor het gat wordt verteld dat “les postes à haute responsabilité demeurent très majoritairement occupés par des hommes“ = posities met veel verantwoordelijkheid blijven nog voor het grootste gedeelte bezet door mannen.
Na het gat wordt verteld dat “avec le départ en retraite des générations du baby-boom, […] les femmes vont devenir plus nombreuses aux grades élevés“ = met de pensionering van babyboomers zal het aantal vrouwen in hogere rangen groter worden.
Het tekstverband is een tegenstelling (nog veel mannen, echter zullen er binnenkort meer vrouwen zijn). Je kiest dus voor antwoord D, pourtant (echter, toch).
5) A quoi sert le premier alinéa?
A montrer que le château de Chambord et celui de Chenonceau…
embauchent de plus en plus de salariés.
font de leur mieux pour attirer des visiteurs.
offrent des activités plutôt traditionnelles.
ont de grandes difficultés financières.
Uitwerking:
Werkwijze: Scan eerst de tekst. Bekijk de titel en afbeelding. Waar gaat deze tekst over? Lees de vraag en de antwoordopties. Vertaal eventueel woorden om ervoor te zorgen dat je de antwoordopties begrijpt. Bijvoorbeeld: Lees daarna de eerste alinea.
|
Antwoord: B
Toelichting:
Het sluit aan bij de titel en hoofdgedachte van de tekst, en worden verschillende voorbeelden van initiatieven genoemd in de tekst, en er wordt zelfs letterlijk benoemd dat dit hun doel is: “afin d’être sans cesse plus attractif” = om voortdurend steeds aantrekkelijker te zijn.
Er wordt wel gezegd dat een tweetal kastelen veel mensen in dienst hebben, maar niet dat dit er steeds meer (de plus en plus) zijn geworden.
Antwoord C (dat ze nogal traditionele activiteiten aanbieden) is ook niet juist:
Er wordt niet genoemd dat de activiteiten nogal traditioneel zijn.
Tip: een voorbeeld als “les visites en 4x4” (terreinwagen) zou je ook een aanwijzing kunnen geven dat het niet om traditionele activiteiten gaat.
Antwoord D (dat ze grote financiële problemen hebben) is ook niet juist:
Nergens wordt genoemd dat er financiële moeilijkheden zijn, alleen dat er juist flink geïnvesteerd is (“il vient d’investir deux millions d’euros”).
6) Choisissez le mot qui manque.
Ainsi,
Enfin,
Même
Néanmoins,
Uitwerking:
Werkwijze: Ook hier betreft het een vraag met signaalwoorden (zorg dat je deze kent!). Lees de vraag en zorg ervoor dat je alle antwoordopties begrijpt Vertaal de antwoordopties en bedenk het bijbehorende tekstverband: ainsi (zo, op deze manier) = gevolg enfin (ten slotte) = conclusie même (zelfs als) = tegenstelling néanmoins (desalniettemin) = tegenstelling.
Lees tot het gat + 1 zin verder. Bepaal het verband tussen de tekst voor en na het gat en kies het bijbehorende signaalwoord.
|
Antwoord: A
Toelichting:
In het tekstgedeelte voor het gat worden veel verschillende voorbeelden genoemd van activiteiten georganiseerd door kastelen. Na het gat wordt verteld dat “patrimoine et stratégie commerciale se combinent pour recevoir le public dans de bonnes conditions“ = erfgoed en marketing worden gecombineerd om het publiek in goede omstandigheden te ontvangen.
Het tekstverband is een gevolg, en “zo/op deze manier” zorgt voor een logisch tekstverband. Het juiste antwoord is dus antwoord A, ainsi.
7)
Choisissez les mots qui manquent.
à condition que
alors que
de sorte que
parce que
Uitwerking:
Werkwijze: Ook hier betreft het een vraag met signaalwoorden (zorg dat je deze kent!). Lees de vraag en zorg ervoor dat je alle antwoordopties begrijpt Vertaal de antwoordopties en bedenk het bijbehorende tekstverband: à condition que (op voorwaarde dat) = voorwaarde alors que (terwijl) = tegenstelling de sorte que (zodat) = gevolg parce que (omdat) = reden.
Lees tot het gat + 1 zin verder. Bepaal het verband tussen de tekst voor en na het gat en kies het bijbehorende signaalwoord.
|
Antwoord: B
Toelichting:
In het tekstgedeelte voor het gat wordt gezegd dat “la plupart des sites profitent de l’été pour s’animer avec des expositions ou des jardins fleuris” (de meeste locaties profiteren van de zomer om tot leven te komen met tentoonstellingen of bloeiende tuinen).
Na het gat wordt verteld dat “d’autres se contentent de leur architecture et de leur histoire“ (anderen nemen genoegen met hun architectuur en geschiedenis).
Het tekstverband is een tegenstelling (tussen veel en weinig extra animatie). Het juiste antwoord is dus antwoord B, alors que.
8)
Choisissez les mots qui manquent.
se faire concurrence
se spécialiser
s’imposer
s’unir
Uitwerking:
Werkwijze: Lees de vraag en de antwoordopties. Het is een gatenvraag, maar niet op signaalwoorden. Vertaal daarom eventueel de woorden die je niet kent. Hier: Het gaat hier om de inhoud van de tekst, dus lees de hele alinea. Let extra goed op de inhoud van de zin vóór het gat en lees daarna verder.
|
Antwoord: D
Toelichting:
We zoeken naar iets dat “le long du dernier fleuve sauvage de France” (langs de laatste wilde rivier van Frankrijk) “nécessaire” (nodig) lijkt.
In het daaropvolgende stuk wordt het samenwerkingsverband “Mission Val de Loire” geïntroduceerd, die “fédère à ce jour dix-huit châteaux” (die vandaag de dag 18 kastelen samenbrengt). Antwoord D, s’unir, is dus het beste antwoord.
Antwoord A en C impliceren een bepaalde concurrentie, die niet wordt benoemd (integendeel, samenwerking wordt juist beschreven). Ook antwoord B, specialisatie, wordt niet benoemd.
9) Geef van elk van de onderstaande beweringen aan of deze wel of niet overeenkomt met de laatste alinea.
1. François Bonneau aimerait bien stimuler la concurrence entre lesdifférents châteaux de la Loire.
2. Les grands châteaux de la Loire contribuent plus à la Mission Val de Loire que les petits châteaux.
3. Les châteaux participant à la Mission Val de Loire constatent une augmentation du nombre de visiteurs des châteaux.
Noteer het nummer van elke bewering, gevolgd door ‘wel’ of ‘niet’.
Uitwerking:
Werkwijze: Lees de vraag en de beweringen eerst, zodat je gericht kunt zoeken in de alinea. Vertaal moeilijke woorden (indien nodig) om de beweringen te begrijpen. Hier bijvoorbeeld: Lees de aangegeven tekst (hier: de laatste alinea). Tip: meestal staan de beweringen in de juiste volgorde in de tekst. Check de beweringen na het lezen nogmaals grondig: kijk of er woorden in staan die de bewering fout maken. Kom je er niet uit? Kies dan het antwoord dat het beste past bij de hoofdgedachte van de tekst. Let er op dat je de antwoorden op de juiste manier noteert (hier: wel en niet).
|
Antwoord: 1 = niet, 2 = niet, 3 = wel.
Toelichting:
Bewering 1 (François Bonneau wil de concurrentie tussen de kastelen stimuleren) is onjuist. François wil niet de concurrentie stimuleren, maar juist de samenwerking benadrukken. Te herkennen aan:
Bewering 2 (De grote kastelen dragen meer bij aan de Mission Val de Loire dan de kleinere kastelen) is onjuist. Dit wordt simpelweg niet genoemd in de tekst.
Bewering 3 (Kastelen die meedoen aan de Mission Val de Loire zien een verhoging in het aantal bezoekers) is juist. Er wordt genoemd dat: “les signataires de la charte ont enregistré une hausse moyenne de près de 10% de leur fréquentation” (de ondertekenaars van het beleid hebben een gemiddelde stijging van bijna 10% van hun bezoek geregistreerd).
10)
Lees de tekst en beantwoord vragen 10 en 11.
Jeff Koons chez Louis XIV 
Le sculpteur révolutionnaire américain investit de ses œuvres kitsch et monumentales le palais du Roi-Soleil. Portrait d’un personnage flamboyant et controversé, qui est aussi un des grands artistes d’aujourd’hui.
(1) Il semblait évident: la France n’aimait pas Jeff Koons. Célébré partout dans le monde, son travail ne rencontrait dans notre pays qu’une indifférence glaciale teintée de mépris. Jugé vulgaire et commercial par la critique, il ne se voyait guère recherché par les musées de l’Hexagone. C’est une attitude ______10______ , quand on connaît l’habituel empressement de nos institutions à mettre la main sur le moindre «talent» venu des Etats-Unis ou d’Angleterre. Il est vrai que l’homme a longtemps adopté une attitude plus proche de la rock star bling-bling que de l’artiste maudit, n’hésitant pas à s’offrir de pleines pages de publicité dans les plus grands journaux pour vanter son génie.
(2) Désormais quinquagénaire (il est né en 1955), Jeff Koons s’est calmé. Et aujourd’hui, son œuvre est inévitable. Car Koons mérite mieux que cette hâtive étiquette de faiseur avide de dollars. Dans un paysage contemporain souvent froid et cérébral, ses sculptures ludiques brillent. Leur perfection formelle éblouit, à l’image de ses fameux Balloons en acier ou de Bubbles, kitschissime sculpture de porcelaine et d’or représentant Michael Jackson et son singe, pour laquelle Jeff Koons utilisa des techniques d’une effroyable complexité. Et, si certains crient au scandale, Versailles, monument de mégalomanie, forme le décor idéal pour ses seize sculptures démesurées, drôles ou ironiques. Un homard en aluminium pend du plafond du salon de Mars. La Panthère rose est exposée dans le salon de la Paix. Un monstre gentil de douze mètres de haut fait de 90 000 fleurs campe devant l’Orangerie. Koons fait souffler un vent de folie tendre et absurde sur l’écrasant château de Louis XIV.
Muze, novembre 2008
|
Naar: CE vwo, 2013-I.
Choisissez le mot qui manque au premier alinéa.
exceptionnelle
logique
stratégique
traditionnelle
Uitwerking:
Werkwijze: Begin met het scannen van de tekst. Bekijk de titel, inleiding en afbeelding. Vraag jezelf af: waar zou deze tekst over kunnen gaan? We zien een modern kunstwerk in een traditioneel gebouw. In de titel herken je wellicht de namen van de kunstenaar Jeff Koons en Louis XIV, de Zonnekoning, koning van Frankrijk in de 17e eeuw. In de inleiding lees je dat het gaat om een hedendaagse beeldhouwer (sculpteur) die kitsche kunstwerken maakt en deze exposeert in het paleis van de Zonnekoning.
Lees de vraag en de antwoordopties. Het is een gatenvraag, maar niet op signaalwoorden. Vertaal daarom eventueel de woorden die je niet kent. Het gaat hier niet specifiek om tekstverbanden. Lees daarom net zolang totdat je een logisch antwoord gevonden hebt. Een logische keuze hier is om de gehele eerste alinea te lezen. Vertaal ook hier woorden die je niet kent en die je nodig hebt voor een goed begrip van de tekst.
|
Antwoord: A
Toelichting:
In het tekstdeel vóór wordt op verschillende manieren benoemd dat Jeff Koons niet enthousiast wordt ontvangen in Frankrijk.
“indifférence glaciale teintée de mépris” = ijzige onverschilligheid met een vleugje minachting
“Jugé vulgaire et commercial” = Gezien als ordinair en commercieel). Na het gat wordt juist genoemd dat de Fransen normaal gesproken juist dol zijn op Engelse of Amerikaanse talenten
“l’habituel empressement” = de gewoonlijke gretigheid).
De houding (attitude) is dus exceptionnelle (buitengewoon), want het past niet bij de normale gang van zaken:
Antwoord A is dus juist.
Antwoord B en D zijn fout, want de houding is juist niet logisch of traditioneel.
Antwoord C wordt niet genoemd.
11)
Geef van elk van de onderstaande beweringen aan of deze wel of niet overeenkomt met de 2e alinea.
1. On a tort de considérer Jeff Koons uniquement comme un homme d’affaires habile.
2. Jeff Koons a réussi à concevoir des œuvres d’art originales et intéressantes.
3. Jeff Koons est un artiste qui maîtrise à fond le côté technique de son métier.
4. Les œuvres de Jeff Koons et le palais de Versailles vont bien ensemble.
Noteer het nummer van elke bewering, gevolgd door ‘wel’ of ‘niet’.
Uitwerking:
Werkwijze: Lees de vraag en de beweringen eerst, zodat je gericht kunt zoeken in de alinea. Vertaal moeilijke woorden (indien nodig). Bijvoorbeeld: Lees de aangegeven tekst (hier: de tweede alinea). Tip: meestal staan de beweringen in de juiste volgorde in de tekst. Check de beweringen na het lezen nogmaals grondig: kijk of er woorden in staan die de bewering fout maken. Kom je er niet uit? Kies dan het antwoord dat het beste past bij de hoofdgedachte van de tekst. Let er op dat je de antwoorden op de juiste manier noteert (hier: wel en niet).
|
Antwoord: 1 = wel, 2 = wel, 3 = wel, 4 = wel.
Toelichting:
Bewering 1 is juist (We hebben het mis als we Jeff Koons alleen maar als een slimme zakenman beschouwen). In de tekst wordt gezegd dat “Koons mérite mieux que cette hâtive étiquette de faiseur avide de dollars“ (Koons verdient beter dan het haastige etiket van een op geld beluste fabrikant).
Bewering 2 is juist (Koons is erin geslaagd om originele en interessante kunstwerken te ontwerpen). Zo wordt er gezegd dat “ses sculptures ludiques brillent” (zijn ludieke beeldhouwwerken schitteren), en dat zijn sculpturen “démesurées, drôles ou ironiques’’ (enorm, grappig of ironisch) zijn.
Bewering 3 is juist (Koons is een artiest die de technische kant van zijn vak volledig beheerst). Er wordt gesproken van een “perfection formelle” (vormelijke perfectie) en “techniques d’une effroyable complexité” (technieken van een ontstellende complexiteit).
Bewering 4 is ook juist (De werken van Jeff Koons en het paleis van Versailles gaan goed samen). In de tekst staat dat “Versailles, monument de la mégalomanie, forme le décor idéal pour ses seize sculptures“ (Versailles, monument van grootheidswaanzin, vormt het ideale decor voor zijn zestien sculpturen).